Veel moeilijker dan ik had verwacht
zaterdag 17 december 2016
zondag 4 december 2016
dinsdag 1 november 2016
zondag 16 oktober 2016
vrijdag 14 oktober 2016
donderdag 22 september 2016
woensdag 14 september 2016
vrijdag 26 augustus 2016
zaterdag 13 augustus 2016
woensdag 27 juli 2016
zaterdag 25 juni 2016
donderdag 16 juni 2016
zondag 29 mei 2016
maandag 16 mei 2016
zondag 8 mei 2016
woensdag 20 april 2016
Antieke zaken: deel 4.R
La Pittrice kon nu geen kant meer op. Ze stond vlak bij het ei, maar leek niet van plan het op zijn echtheid te keuren. Daar zorgde het geladen pistool in Il Pollo’s hand nu voor, dat hij zojuist vlotjes uit het geheime compartiment van zijn eigen koekoeksklok had weten te toveren. Zo was de oplichter, altijd een stapje voor. Toch bleef ze er ongewoon ontspannen bijstaan. Te ontspannen. Het werkte enkel meer op zijn zenuwen.
“Niemand verlaat die zaak hier zonder dat ik er de toestemming voor geef!” Il Pollo verschoot niet van de woorden die uit zijn mond kwamen geschoten. De woede en onmacht hadden zich meester gemaakt over zijn taal zowel als zijn handelingen. Waar hij een tiental minuten eerder een antiekzaak binnen stapte om een doodgewone kunstruil te doen, stond hij daar nu vol spanning en woede met zijn revolver gericht op een onschuldige vrouw. Hij hoopte dat dat voldoende zou intimideren, maar daar leek La Pittrice immuun voor.
“Wanneer ga je de toestemming dan geven? Ik zal even vergeten dat jij je niet aan de afspraak hebt gehouden om geen geweer mee te nemen. Jij steekt je pistool gewoon in je binnenzak, laat het ei hier en wandelt met het schilderij naar buiten. Dan is de ruil rond en hoeven we elkaar nooit meer te zien.” De pretentie in de stem van La Pittrice druppelde langzaam bij in Marcels emmertje, dat niet meer al te leeg was. ‘Ik zal even vergeten dat jij je niet aan de afspraak hebt gehouden.’ Ze had verdomme zelf een pistool bij! Alleen kon ze daar nu niet meer bij. Of zo hoopte hij toch.
De ogen van Marcel richtten zich naar de handen van de zakenpartner tegenover hem. Ze had inderdaad geen geweer vast, maar enkel dat kleine stukje verfrommeld papier. Terwijl La Pittrices blik op een punt in de verte gericht was, liet ze het papier tussen duim en vingers glijden. Bewust of niet, ze was een propje aan het rollen. Marcel wist heel goed hoe dat ging. Hij had het honderden keren zien gebeuren. Als hij zich achterom draaide en de vingers aanstaarde die dan nog onschuldig over het papier gleden. Vingers die, van zodra Marcel zijn hoofd weer naar het schoolbord richtte, plagerig de propjes in zijn richting schoten. Als die vingers maar eens wisten hoe veel harder die propjes aankwamen dan ze vertrokken. Marcel keek naar de vingers die uitdagend 20 jaren later net hetzelfde bezig waren. Zijn handen trilden. Zijn hoofd werd wazig. En plots werd alles hem duidelijk.
Il Pollo was al lang Il Pollo niet meer. Hij was Marcel Seegers geworden toen de woede hem had omarmd. Nu stond hij daar als kleine jongen. Onvriendelijk, rebels, gefrustreerd. Klaar om uit te barsten wanneer het hem te veel werd. En dat was grappig. Dat was waar ze het om deden, de rotzakken. Tegenover hem stond Christine, het meisje dat destijds een schoolbank achter hem zat. De aanstoker van het gepest. Plagen en lachen, tot op het moment dat Marcel er genoeg van had. Ze stond niet enkel in gedachten voor hem. Nee, zij was het met wie Marcel een kunstruil aan het maken was. Zij, die mee verantwoordelijk was voor het mislukken van zijn jeugd, was de stem die hij een tiental minuten geleden niet kon thuisbrengen. De stem had een gezicht gekregen. Een gezicht en een lijf en handen. Zou ze weten dat ze met vuur speelde tijdens het rollen van dat papier?
Het gezicht van Christine vertoonde rare trekjes. Zenuwen natuurlijk, want Marcel stond nog steeds met een geweer op haar gericht zijn verleden op te rakelen. Alles wat hij twintig jaar had proberen te verdringen, kwam nu stilaan aan de oppervlakte van zijn hersenpap bovendrijven. De man vroeg er niet om, maar hield het evenmin tegen.
De lessen geschiedenis waren het meest geschikt: de toegeeflijke, onoplettende leerkracht vooraan deed geen moeite om de propjes tegen te houden die zijn klasgenote om de vijf minuten naar zijn achterhoofd katapulteerde. Na Christine volgde de rest van de meisjes op de achterste rij. En zo ging dat vele lesuren door. Geplaag, gegiechel en af en toe een Marcel die boos uithaalde. Het moest ergens halverwege de derde kruistocht zijn geweest dat de bom in Marcels hoofd iets harder was losgebarsten dan gewoonlijk. Hij had Christine aan haar haren getrokken en had haar pennenzak uit het raam twee verdiepingen naar beneden geworpen. De andere meisjes werden uitgescholden op een manier dat je er tegenwoordig niet meer met één GAS-boete vanaf zou komen en hun banken bleven na een armzwaai van Marcel al even leeg achter. Nadien was hij al vloekend op iedereen en alles de klas uitgestormd. De propjes hadden iets in hem losgemaakt. Iets wat in hem zat en hij liefst nooit naar boven had laten komen.
Die keer was de boodschap bij Christine aangekomen. Na haar excuses volgde een alliantie. Ze moest potentieel in hem hebben gezien, want nu gingen ze samen verder met het uithalen van kattekwaad en het plagen van de leerkrachten. Toch bleef het een haat-liefdeverhouding. Ze strijdden tegen elkaar in wie er het verste kon gaan. Uiteraard was dat Marcel. Christine kon hem ver drijven. Heel ver ...
Marcel keek weer op, nu pas naar haar gezicht. Hoewel hij Christine aan haar handen had herkend, kwam de echte woede pas naar boven bij het zien van het gezicht van zijn ex-klasgenote. Daar stond ze dan, met dezelfde uitdagende blik als altijd in haar ogen. Een trigger van een onschuldig propje dat was uitgemond in een schoolbrand veroorzaakt door hen beiden. De jongen werd van school gestuurd en gestraft. Hij werd rebelser en raakte verder van wal. De schulden die hij had opgelopen en de schade die hij had aangericht hadden hem ertoe gebracht hier met een vogelmasker op een nep kunstwerk te proberen verkopen.
“Het spijt me.” In een flits ontwaakte Marcel uit zijn gedachten. Hij keek recht in de ogen van Christine en zij keek terug. Waar kwamen die prevelende woordjes vandaan? Herkende zij hem ook? Was deze hele ontmoeting opgezet geweest om hem weer eens belachelijk te maken?
“Wat spijt je?” Zijn woorden waren vuurpijlen die Christine zonder te ontwijken op zich af liet komen.
“Waarom richt je een pistool op me?” Dat was haar antwoord. Ze speelde er weer mee. Marcels woede was niet uit zijn woorden weg te houden: “Wat spijt je!?”
Marcel probeerde achter een antwoord te vissen in de ogen van Christine maar alles ging opeens bliksemsnel. Haar blik ging plotseling langs hem door en haar oogleden deden teken naar god-weet-waar. Op dat moment schoot ze het opgefrommelde stukje inpakpapier in zijn richting, recht naar zijn vogelmasker. Raak. 100 punten.
Je zou kunnen zeggen dat Marcel inzag dat er een plan tegen hem beraamd was en dat hij daarom uitvloog. Dat hij haar wilde straffen om hem opnieuw voor schut te zetten door te zeggen dat het haar spijt en hem meteen erna te bekogelen. Een andere mogelijkheid is dat hij wraak wilde voor al die pesterijen of de jaren van ontsporing nadien die volgens hem haar schuld waren. De waarheid was echter dat de emmer voor deze namiddag vol zat. Simpelweg te vol. Marcel barstte uit zoals hij dat vroeger altijd gedaan had, maar nu met een pistool in zijn hand. Zijn vinger schoot een kogel in een van de ogen van de vrouw tegenover hem. Traag viel ze in elkaar op de grond. Het propje inpakpapier was het laatste dat ze ooit geschoten zou hebben.
Door Marcels hoofd ging even helemaal niets meer. Hij wilde begrijpen wat er zonet gebeurd was, maar alles was leeg. Het pistool viel uit respect voor Christine uit de handen van de moordenaar. Marcel begon van kop tot teen te rillen.
“Jij gruwelijk monster”. De woorden van een diepe mannenstem klonken achter hem. Geen tijd om zich om te draaien, want een enorme dreun op het achterhoofd van Marcel maakte op slag alles zwart.-------------------------------------------------------------------------------------------------------
Voor de trouwe lezers, zoals beloofd de link naar de andere kant van dit verhaal: https://verteloprobin.blogspot.be/
zondag 17 april 2016
Antieke zaken: deel 3.R
Een amateur, dat moest hij blijven lijken. Doen alsof hij geen idee had van de waarde van de Rechtvaardige Rechters. Doen alsof hij een persoon is die er niet veel vanaf weet, maar doet alsof hij er veel vanaf weet. Je moest als oplichter altijd een stapje extra denken. Zijn doffe blik die nog op het schilderij was gericht, werd verstoord door de gestalte van de vrouw die ervoor was komen te staan. Ze zei iets waar Il Pollo niet naar luisterde. Zijn gedachten kwamen alweer recht uit zijn mond: “Hoe weet ik of dat echt de rechtvaardige rechters is? Je hebt het niet eens beveiligd.” Uiteraard was het schilderij echt, maar hij moest als gevijnsde professionele onprofessioneel overkomen.
Er kwam een flauwe grap terug: “Als je een slot en twee bodyguards wil, moet je die zelf maar betalen. Alleen het schilderij zat in de deal.” Niet genoeg, dacht Il Pollo. De oplichter zweeg en liet de jeuk onder zijn masker stilletjes branden. Zijn tegenspeelster zei niets. De hoge status was aan hem. Mooi zo.
“Beveiliging zou net interesse wekken,” vervolgde ze uiteindelijk, en dat was een goed punt. “Ik kan je verzekeren dat heel wat passanten toevallig juist vandaag tussen het antiek zouden willen snuffelen om te zien wat voor fenomenaals hier binnen werd gebracht.”
Dit antwoord had Il Pollo niet verwacht. Hij dacht na en zei: “Ik geef er toch een hoop goud voor. Ik zou het schilderij graag eerst van dichtbij bekijken.” Zonder een antwoord af te wachten, stapte hij op het doek af. Hij kwam er recht voor te staan en probeerde nu te doen alsof hij het in alle nauwkeurigheid aan het bestuderen was. Zijn zakenpartner was elders gaan staan, maar haar zenuwachtigheid viel van overal te ruiken. De deal was bijna rond. Meteen zou hij zijn gezicht naar boven richten, La Pittrice recht in de ogen kijken en zeggen: “Akkoord! De ruil is rond. Pak het doek maar weer in. Het Fabergé-ei is voor jou.” Bijna, ware het niet dat Il Pollo’s gedachten opnieuw door elkaar geschud werden.
In de diepten van zijn oorschelp hoorde Il Pollo een geluid dat hem naar het verre verleden katapulteerde, dat van krakend papier. Dat zijn jeugd een hel was, wist de oplichter ondertussen wel. Toch deden zijn neuronen er werkelijk alles aan om hem hier dagelijks weer aan te herinneren. Elke minieme handeling en elk belachelijk geluidje was genoeg om zichzelf weer op de schoolbanken te zien zitten. Met zijn hoofd naar het schoolbord gericht, hoorde hij weer hoe achter hem papier in een propje gerold werd. Klaar om, wanneer de aandacht van de leerkracht eventjes verzwakte, in zijn richting geschoten te worden. Terwijl ze achter hem enkel het plezier van deze plagerij inzagen, bleef de emmer in het hoofd van Marcel rustig vollopen. Af en toe liet zo’n propje de emmer overlopen. En dan leegde Marcel de emmer maar meteen helemaal. Zou hij zonder dat geplaag ook woedeuitbarstingen gekregen hebben? Het is een vraag die Marcel zich al vaker had gesteld. Zou hij nog steeds van school gegooid geworden zijn? Was er een toekomst mogelijk waarin hij geen crimineel werd die kunstwerken moet vervalsen om te overleven? Het geluid van het verfrommelen bracht zijn verleden voor de zoveelste keer weer boven. Woede borrelde in hem op. Gevoed door zijn gedachten richtte hij in een ruk zijn hoofd op, zijn vogelbek naar de bron ervan gericht. Zonder na te denken stapte hij in strakke pas naar de handen van La Pittrice. Ze was aan het prutsen aan het inpakpapier op de toonbank.
Pas wanneer hij bij haar was, merkte Il Pollo hoe vreemd het er moest uitzien voor iemand die zijn jeugdtrauma’s omtrent papieren propjes niet kende. De jonge vrouw tegenover hem was gewoon zenuwachtig voor deze dure ruil en had geen reden hem te pesten. De oplichter probeerde zijn irritatie te verbergen en verzon vlug wat anders: “Ga weg van dat pistool.” Als vanzelf gehoorzaamde ze. Ze leek zelfs opgelucht. “Dat was niet de bedoeling,” zei ze en er was een lach te horen in haar stem. Een lach? Wat er op dit ijzige moment grappig was, kon Il Pollo niet verzinnen. Hij raakte enkel meer geïrriteerd: "Is er iets grappigs?" zei hij met een een overslaande stem. Met die zin gingen haar mondhoeken meteen weer staan als zojuist om een serieuze indruk te geven. Nu raakte ook zij geïrriteerd.
“Hoe weet ik zeker of dat het originele schilderij is?” Il Pollo voer verder op de frustratie die naar boven was gekomen en dat was te horen in zijn stem. “Volgens mij is het een vervalsing.” Zuivere bluf, hopend om wijzer te worden uit haar reactie. En om haar op haar plaats te zetten. Maar daar leek ze niet mee opgezet. Ze keek hem met een overtuigende en ontspannen blik aan en bewees in verschillende argumenten haar gelijk. Il Pollo had enkel geen oor naar hoe de penseelstreken gevormd werden en wat de gebroeders van Eyck met koolstofisotopen hadden, want in zijn hoofd gingen zijn gedachten de andere kant op. Zou het echt een vervalsing kunnen zijn? Had zij hem nu proberen afzetten en was deze hele ruil geen rotte cent waard? Woede borrelde in Il Pollo naar boven terwijl hij weer naar het schilderij wandelde. In zijn ooghoek zag hij haar weer naar het ei gaan. Om het te bestuderen of om ermee de antiekzaak uit te rennen omdat ze meteen ontdekt zou worden? Beide opties moest Il Pollo voor zijn. Hij mocht deze deal niet verliezen. Marcel Seegers zou nooit meer verliezen. Enkel nog winnen. Hij maakte een scherpe bocht in zijn strakke pas: nu recht naar de koekoeksklok van zijn overleden grootmoeder.donderdag 14 april 2016
Antieke zaken: deel 2.R
Net nadat Marcel Seegers met vogelmasker en zwarte koffer de antiekzaak binnenkwam, hoorde hij een vrouw zich van de achterkamer naar voren haasten. Er zat een vuil luchtje aan de deal waarvoor hij hier was, dat was duidelijk. ‘Ik moet op mijn hoede zijn’, dacht de man en middenin die gedachte was tegenover hem een vrouw komen staan. Ze was groot. Of die indruk gaf ze althans. Stoer, rechtop, doordacht. Ze zou niet eenvoudig op te lichten zijn. La Pittrice, zijn zakenpartner, de vrouw die hem in enkele minuten heel gelukkig zou maken, zonder dat ze het zelf wist. Dit was ze dus. De ogen van Marcel gingen de vrouw van boven tot onder af, maar bleven hangen bij haar rechterhand. Ze droeg een revolver. Een kleine weliswaar, maar ook van kleine kogels gaat men dood. Marcel had al wat geweren gezien in zijn leven en dit zag er geenszins een bekend model uit. Zou het nep zijn? Hij durfde zich er niet over uit te spreken.
“Il Pollo?” Marcel schrok op. Haar stem was helemaal niet zo Italiaans als hij verwacht had van iemand die haar brief ondertekent met de naam ‘La Pittrice’. Haar accent kwam van deze streken. Wat een belachelijk idee om ook een Italiaanse schuilnaam te kiezen, dacht Il Pollo.
“Wat bent u… stipt.” De vrouw sprak iets zenuwachtiger nu. Gespannen. Il Pollo merkte plots dat hij niet geantwoord had op de eerdere vraag, noch had gereageerd op de revolver.
“Ik hou mij steeds aan afspraken, la Pittrice. Ik hoop dat u dat ook gedaan heeft?” Hij liet de argwaan met opzet stevig doorklinken.
“Geen externe mensen aanwezig, geen politie. Ik heb enkel het doek bij.” De ogen van Il Pollo richtten zich opnieuw vragend op de revolver in haar handen. Die van La Pittrice volgden. “En deze heb ik niet meer nodig”, sprak ze, en opnieuw trilde haar stem mee van de zenuwen. “Het is een voorzorgsmaatregel die ik in elke ruil hanteer. Bent u ongewapend?”
Il Pollo had niet veel woorden vandaag. Hij spreidde zijn armen om duidelijk te maken dat hij niets bij had en daar zelfs op gefouilleerd kon worden. Dat de vrouwenhanden ook nog op zijn voorstel in zouden gaan, had de man niet verwacht. La Pittrice legde haar pistool achteraan op de toonbank en kwam opnieuw tegenover hem staan. Twee ogen staarden hem aan. Ze glimlachte. Ze was gespannen maar ze glimlachte. Ook zij zou gelukkig worden van de deal. Of dat dacht ze nu toch nog.
Stiltes, Marcel hield er niet van. Actie was meer zijn ding. En dus liet hij geen seconde te veel voorbij gaan. Hij plaatste zonder woorden de zwarte koffer voorzichtig op een antiek kastje en opende twee slotjes. Het grote centrale slot was voor de sleutel uit zijn binnenzak. Hij opende de klep van het kistje en schoof de donkerrode flanellen doeken opzij. Daar lag het dan te pronken: een prachtig paasei.
Il Pollo hoopte dat zijn zenuwen niet te lezen waren. Hij mocht het nu niet verprutsen. Acht maanden heeft hij gedaan om één van de vermiste Fabergé-eieren na te maken. Alle details klopten, de materialen waren authentiek, alleen was de maker geen beroemde Russische goudsmid maar een magere Belg met financiële moeilijkheden. De vrouw tegenover hem zou er recht inlopen en er haar kunstwerk voor ruilen. Wanneer ze er achter zou komen, zou de deal al gesloten zijn en was het enige wat nog restte van haar schilderij een villaatje in de Provence. Eén waar Marcel Seegers zijn rentenierbestaan kon gaan beginnen. Het kwam er alleen op aan zijn rol goed te spelen: doen alsof hij geen flauw benul had van de waarde van het ei. Denken dat van het ei enkel het goud te recupereren is en dat in het niet valt tegen het vermiste paneel van het Lam Gods dat hij in ruil zou krijgen. Het mocht er niet te dik op liggen, dat wist hij wel. Hij moest sluw zijn.
En voorzichtig! Il Pollo merkte dat ze daar met z’n tweeën drieënhalve seconde naar een nagemaakt Fabergé-ei zaten te kijken. Hij voelde de ogen van zijn zakenpartner over alle details van het kunstwerk gaan. Daar had ze thuis nog genoeg tijd voor, dacht Marcel en hij plaatste zich subtiel tussen de openstaande koffer en de onderzoekende blik van La Pittrice in, al vragend naar haar deel van de deal.
Even kon Il Pollo zijn ogen niet geloven. De vrouw deed een stap opzij en nam een kader vast die al de hele tijd vlak naast hen stond. Er hing een doek over, een flinterdun stukje textiel, dat was alles. Geen koffer of andere beveiliging. Hij had het ding vrolijk kunnen meenemen als hij de winkel iets eerder binnen was geweest! Wist La Pittrice wel wat het ding waard was? Ze was misschien wel amateuristischer dan Il Pollo zich wilde voorstellen en dat stelde hem een beetje gerust.
Het doek werd weggehaald en de schoonheid ontvouwde zich. Het was dus echt waar. Tegenover hem stond ‘de rechtvaardige rechters’, het enige echte vermiste paneel van het Lam Gods. Het godverdomse miljoenenstuk stond op amper anderhalve meter van hem vandaan. Zijn blik gleed over het doek van linksboven naar rechtsonder. Alle details klopten. Dit waren Jan en Hubert. ‘Hoe kwam zij in ‘s hemelsnaam aan dit werk’ was een gedachte die niet eens in hem opkwam. Op zijn hoornvlies stonden enkel nog twee dollartekens.maandag 11 april 2016
Antieke zaken: deel 1.R
Gestommel, hij was er zeker van! Il Pollo bleef om 10u53 nog zeven minuten op een korte afstand van de etalagedeur van Antiek-Brocante J. D. staan. Zijn lange grijze regenjas, veel te groot voor zijn postuur, wapperde over zijn tengere beentjes. In zijn rechterhand droeg hij een grote zwarte koffer. Het gewicht viel best wel mee. Het puntje van zijn wipneus jeukte geweldig onder een vogelmasker. ‘Daar zouden ze nog eens iets op moeten vinden’ was het enige wat hij dacht, terwijl hij de jeuk probeerde te onderdrukken om niet onprofessioneel over te komen. Hij was vandaag niet Marcel Seegers, maar Il Pollo en enkel als Il Pollo zou hij vandaag herkend worden. Jeuk of niet. Over zeven minuten werd hij verwacht. Over zeven minuten zou zijn leven ook veranderen, in de positieve zin. Hij richtte zijn blik op de zwarte koffer. Het was nu een kwestie van gefocust te blijven.
Il Pollo was niet zonder reden zeven minuten te vroeg gekomen. Dat regelrechte tijdverlies had niets te maken met de deal die er aan zat te komen, laat staan met onzekerheid of zenuwen, maar louter met een vreemd gevoel dat hij de dag ervoor had gehad bij het inspecteren van de antiekzaak. Hij wist niet waarom zijn zakenpartner net op deze plek wilde afspreken en dergelijke onwetendheid resulteerde bij Il Pollo steeds in argwaan. Om die reden was hij gisteren al een kijkje gaan nemen in de winkel, iets wat die hamvraag niet had opgelost.
Een dag eerder, ergens in de namiddag, stond Il Pollo voor de brocanterie en viel het hem vooral op hoe proper de zaak eruit zag. Het bordje boven de deur was waarschijnlijk nieuwer dan elk mogelijk artikel dat in die in de winkel te vinden was. Niet dat er vanaf de etalageruit zo veel te zien was. Twee rekken met oude prullaria en een dozijn aan kastjes en zetels was al wat er stond. ‘De antiquair zal nieuw zijn in zijn vak’, denkt een doorsnee mens dan; ‘hier is iets niet pluis’, denkt Il Pollo. De nieuwe hype van pop-up-toestanden was ook Il Pollo niet ontgaan. Het zou hem dan ook niet verbazen mocht dit ding een pop-up crime scene blijken. Een opgezette scène om de thriller ‘de moord om de kunstruil’ te laten doorgaan. Daar wilde hij liever niet in terecht komen. Zeker niet als het lijk.
Argwaan resulteert in angst en die liet Il Pollo liever niet onbeantwoord. Voorbereid zijn was de boodschap. In dat opzicht noemde Il Pollo zichzelf een echte crimineel: alles op voorhand bestudeerd en bedacht. Anderen noemen het eerder paranoïde.
Een oude koekoeksklok. Dat was het perfecte excuus om die antiekwinkel eens langs de binnenkant te bestuderen. De aartslelijke erfenis stond nu al sinds de dood van zijn grootmoeder acht jaren op zijn zolderkamertje te bestoffen. Het was een goedkoop ding, dat wist hij, maar dit bezoek aan de antiquair was een gelegenheid om zijn zolder weer de nodige ademruimte te gunnen en zo had hij meteen een reden om zijn inspectie voort te zetten.
Il Pollo opende de winkeldeur, dewelke met een klein belletje de gedachten van een oude man in de achterkamer doorprikte. Hij sleepte het enorme ding naar binnen. Wat was hij blij dat het net door de deuropening ging. De deur viel dicht, het belletje rinkelde nogmaals en een krant werd dichtgevouwen. Onder het kraken van een antieke rug werd een stoel achteruit geschoven. Terwijl Il Pollo zijn klok naar binnen bonjourde, slofte de antiquair op zijn dooiste gemak naar hem toe.
“25 euro, meer kan ik u voor zo’n hoopje schroot niet geven.” Il Pollo schrok van de krachtige stem waarmee de antiquair zijn rug aansprak. De stem deed hem denken aan twintig jaar geleden, een tijd waarin leerkrachten niets anders deden dan hem met krachtige stem op zijn slecht gedrag te wijzen, regels te verstrengen en wanhopig zijn naam te roepen als hij boos de klas uit liep. Leerkrachten hadden helaas niets aan zijn gedrag kunnen veranderen, in geen van de scholen waar zijn ouders hem in gestopt hadden. Il Pollo draaide zich om en schrok een tweede keer. Voor hem stond een oude man van wie de volledige linkerzijde van het gelaat verbrand was. Derde graad. Of misschien zelfs vierde, mocht dat bestaan. Rode gezwollen bulten tekenden een pijnlijk verleden. Il Pollo had spijt van zijn ongetwijfeld verafschuwende blik. Deze reactie moest de antiquair zo vaak krijgen.
Il Pollo schudde zijn lange jas weer op zijn plaats en stak uitnodigend een hand uit. De hand bleef onbeantwoord. Wat overbleef was een zakelijke blik die vroeg of hij van plan was de 25 euro te aanvaarden. Nu pas drong het belachelijk lage bedrag tot hem door. “Ik denk niet dat het ding nog werkt,” ging de antiquair op een rustige toon verder, “en dat sparrenhout is van betrekkelijk slechte kwaliteit.” Il Pollo interesseerde zich niet in wat hem aangeboden werd; hij zou morgen oneindig keer meer verdienen. Toch deed hij even of hij over het voorstel nadacht, terwijl hij rustig de tijd nam om de winkel te bestuderen.
Il Pollo werd uit zijn gedachten over de dag voordien opgeschrikt toen hij opnieuw gestommel hoorde. Mensen praatten, steeds luider, en iemand riep iets uit protest. Het moest vanuit de zaak komen. Was zijn zakenpartner al aanwezig? Zat de antiquair mee in een complot? ‘Marcel Seegers (34) gruwelijk vermoord in pop-up antiekzaak’ was de krantenkop die door zijn hoofd zoefde. Of misschien was ‘Man vermoord in antiekzaak’ iets logischer. Het maakte niet uit. Hij moest gefocust blijven. Drie minuten voor elf, las hij nu. Hij kon niet wachten. Tijd om naar binnen te gaan.
Antieke zaken (wat u kan verwachten)
Aan allen die naar deze blog komen voor de tekeningen, proficiat! Aan allen die hiernaartoe komen voor de verhalen; vandaag krijgt ook u sinds lange tijd weer eens uw goesting.
Wat zal volgen, het verhaal 'Antieke zaken', werd geschreven door twee auteurs. We schreven hetzelfde verhaal vanuit twee verschillende oogpunten en zullen het posten in vier delen. Elke drie dagen kan u een nieuw deel verwachten.
Op deze blog kan u de verhaalhelft vinden die werd geschreven door Robin. Op zijn blog zult u de andere helft aantreffen, waarvan ik de woorden bij elkaar heb verzameld. Voor u verwoed op zoek gaat naar deze mysterieuze andere blog: geen zorgen. De link hiernaartoe zal worden gedeeld na het vierde en laatste deel.
Veel plezier!
zondag 10 april 2016
donderdag 31 maart 2016
zaterdag 12 maart 2016
zondag 6 maart 2016
zondag 28 februari 2016
donderdag 11 februari 2016
maandag 18 januari 2016
donderdag 14 januari 2016
vrijdag 1 januari 2016
Abonneren op:
Posts (Atom)