maandag 11 april 2016

Antieke zaken: deel 1.R


Gestommel, hij was er zeker van! Il Pollo bleef om 10u53 nog zeven minuten op een korte afstand van de etalagedeur van Antiek-Brocante J. D. staan. Zijn lange grijze regenjas, veel te groot voor zijn postuur, wapperde over zijn tengere beentjes. In zijn rechterhand droeg hij een grote zwarte koffer. Het gewicht viel best wel mee. Het puntje van zijn wipneus jeukte geweldig onder een vogelmasker. ‘Daar zouden ze nog eens iets op moeten vinden’ was het enige wat hij dacht, terwijl hij de jeuk probeerde te onderdrukken om niet onprofessioneel over te komen. Hij was vandaag niet Marcel Seegers, maar Il Pollo en enkel als Il Pollo zou hij vandaag herkend worden. Jeuk of niet. Over zeven minuten werd hij verwacht. Over zeven minuten zou zijn leven ook veranderen, in de positieve zin. Hij richtte zijn blik op de zwarte koffer. Het was nu een kwestie van gefocust te blijven.


Il Pollo was niet zonder reden zeven minuten te vroeg gekomen. Dat regelrechte tijdverlies had niets te maken met de deal die er aan zat te komen, laat staan met onzekerheid of zenuwen, maar louter met een vreemd gevoel dat hij de dag ervoor had gehad bij het inspecteren van de antiekzaak. Hij wist niet waarom zijn zakenpartner net op deze plek wilde afspreken en dergelijke onwetendheid resulteerde bij Il Pollo steeds in argwaan. Om die reden was hij gisteren al een kijkje gaan nemen in de winkel, iets wat die hamvraag niet had opgelost.
Een dag eerder, ergens in de namiddag, stond Il Pollo voor de brocanterie en viel het hem vooral op hoe proper de zaak eruit zag. Het bordje boven de deur was waarschijnlijk nieuwer dan elk mogelijk artikel dat in die in de winkel te vinden was. Niet dat er vanaf de etalageruit zo veel te zien was. Twee rekken met oude prullaria en een dozijn aan kastjes en zetels was al wat er stond. ‘De antiquair zal nieuw zijn in zijn vak’, denkt een doorsnee mens dan; ‘hier is iets niet pluis’, denkt Il Pollo. De nieuwe hype van pop-up-toestanden was ook Il Pollo niet ontgaan. Het zou hem dan ook niet verbazen mocht dit ding een pop-up crime scene blijken. Een opgezette scène om de thriller ‘de moord om de kunstruil’ te laten doorgaan. Daar wilde hij liever niet in terecht komen. Zeker niet als het lijk.
Argwaan resulteert in angst en die liet Il Pollo liever niet onbeantwoord. Voorbereid zijn was de boodschap. In dat opzicht noemde Il Pollo zichzelf een echte crimineel: alles op voorhand bestudeerd en bedacht. Anderen noemen het eerder paranoïde.
Een oude koekoeksklok. Dat was het perfecte excuus om die antiekwinkel eens langs de binnenkant te bestuderen. De aartslelijke erfenis stond nu al sinds de dood van zijn grootmoeder acht jaren op zijn zolderkamertje te bestoffen. Het was een goedkoop ding, dat wist hij, maar dit bezoek aan de antiquair was een gelegenheid om zijn zolder weer de nodige ademruimte te gunnen en zo had hij meteen een reden om zijn inspectie voort te zetten.
Il Pollo opende de winkeldeur, dewelke met een klein belletje de gedachten van een oude man in de achterkamer doorprikte. Hij sleepte het enorme ding naar binnen. Wat was hij blij dat het net door de deuropening ging. De deur viel dicht, het belletje rinkelde nogmaals en een krant werd dichtgevouwen. Onder het kraken van een antieke rug werd een stoel achteruit geschoven. Terwijl Il Pollo zijn klok naar binnen bonjourde, slofte de antiquair op zijn dooiste gemak naar hem toe.
“25 euro, meer kan ik u voor zo’n hoopje schroot niet geven.” Il Pollo schrok van de krachtige stem waarmee de antiquair zijn rug aansprak. De stem deed hem denken aan twintig jaar geleden, een tijd waarin leerkrachten niets anders deden dan hem met krachtige stem op zijn slecht gedrag te wijzen, regels te verstrengen en wanhopig zijn naam te roepen als hij boos de klas uit liep. Leerkrachten hadden helaas niets aan zijn gedrag kunnen veranderen, in geen van de scholen waar zijn ouders hem in gestopt hadden. Il Pollo draaide zich om en schrok een tweede keer. Voor hem stond een oude man van wie de volledige linkerzijde van het gelaat verbrand was. Derde graad. Of misschien zelfs vierde, mocht dat bestaan. Rode gezwollen bulten tekenden een pijnlijk verleden. Il Pollo had spijt van zijn ongetwijfeld verafschuwende blik. Deze reactie moest de antiquair zo vaak krijgen.
Il Pollo schudde zijn lange jas weer op zijn plaats en stak uitnodigend een hand uit. De hand bleef onbeantwoord. Wat overbleef was een zakelijke blik die vroeg of hij van plan was de 25 euro te aanvaarden. Nu pas drong het belachelijk lage bedrag tot hem door. “Ik denk niet dat het ding nog werkt,” ging de antiquair op een rustige toon verder, “en dat sparrenhout is van betrekkelijk slechte kwaliteit.” Il Pollo interesseerde zich niet in wat hem aangeboden werd; hij zou morgen oneindig keer meer verdienen. Toch deed hij even of hij over het voorstel nadacht, terwijl hij rustig de tijd nam om de winkel te bestuderen.

Il Pollo werd uit zijn gedachten over de dag voordien opgeschrikt toen hij opnieuw gestommel hoorde. Mensen praatten, steeds luider, en iemand riep iets uit protest. Het moest vanuit de zaak komen. Was zijn zakenpartner al aanwezig? Zat de antiquair mee in een complot? ‘Marcel Seegers (34) gruwelijk vermoord in pop-up antiekzaak’ was de krantenkop die door zijn hoofd zoefde. Of misschien was ‘Man vermoord in antiekzaak’ iets logischer. Het maakte niet uit. Hij moest gefocust blijven. Drie minuten voor elf, las hij nu. Hij kon niet wachten. Tijd om naar binnen te gaan.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten